Dat gaat wel wennen

Aan het begin van de dienst loop ik de kerk in met een 3-jarig kindje op mijn arm.
Zijn ouders achter mij; de vader duwt de rolstoel van zijn vrouw, die het mandje met daarin hun kindje op schoot heeft.
In twee maanden tijd is dit nu de vierde keer dat we een kleine baby moeten gaan begraven.
Opnieuw stond ik vanmorgen bij een klein grafje, met een trapje erin gemaakt zodat de ouders zelf het mandje in het grafje kunnen zetten.

Vlak na de start van mijn eigen bedrijf, verzorgde ik de uitvaart van een baby die kort voor de geboorte overleed. Dat vond ik moeilijk, het emotioneerde me enorm. Het wiegje dat klaar stond, verwachting van nieuw leven. Het zou er niet zijn in dit gezin.
Iemand zei tegen mij: “Dat gaat wel wennen hoor!”.
Waarop ik antwoordde: “Ik hoop dat het nooit gaat wennen, want dan kun je dit werk beter niet meer doen”.

 

En ook vandaag emotioneert het mij opnieuw.
Het verdriet bij de ouders en hun naasten is enorm.
Hoe kun je ooit je eigen kindje begraven?

 

De tegenstelling kan vandaag ook niet groter.
Gisteren verzorgde ik het afscheid van een 100-jarige moeder, oma en overgrootoma.
Zo kan het leven zijn; lang of té kort. Maar ook het afscheid van iemand met een hoge leeftijd is verdrietig voor de kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Want je hebt elkaar zo lang gekend, de band is zó sterk geworden.

 

Gelukkig merk ik telkens weer; het verdriet van de ander went nooit!
Het afscheid moeten nemen, loslaten van het lichaam dat je liefhad, je eigen moeder, vader, man, vrouw, broer, zus óf je eigen kind….. het is zo moeilijk.
In al dat verdriet doen wij ons uiterste best de familie te ontzorgen zodat zij ruimte en tijd hebben om te rouwen, stil te staan bij het verlies. Dankbaar ben ik als we horen dat dit hen daadwerkelijk heeft gesteund.

 

En zo reed ik die middag weer naar huis, met pijn en verdriet in mijn hart om deze ouders en hun familie.

Die avond maar eens even niets doen, alle indrukken laten bezinken.
Zodat ik er de volgende dag weer kan zijn voor een ander.