“We hebben wel één puntje”
Een week of drie na de uitvaart ga ik naar de familie toe voor een zogenaamd nazorggesprek.
Deze avond had ik afgesproken met een dochter na het overlijden van haar moeder. Het was fijn elkaar weer te zien en te spreken. We zaten aan tafel en ik vroeg hoe het nu met haar was.
Een heel gesprek hadden we, waarin de nodige tranen vloeiden. Het verdriet is ook nog zó vers!
In al het verdriet waren zij en haar man zo dankbaar voor het mooie afscheid dat er was geweest.
We spraken over de mooie momenten; sommige ervan had ik (op hen verzoek) met mijn telefoon nog vastgelegd op foto én video. “Ik ben daar zó blij mee”, vertelde zij me. “Ik heb op dat moment echt bepaalde dingen niet gezien”.
Tijdens zo’n gesprek vraag ik ook wat ik nog voor hen kan betekenen, bijvoorbeeld het verzorgen van een dankbetuiging in de krant of dankbetuigingskaartjes. Of wat er verder nog nodig is aan extra ondersteuning. Maar het belangrijkste vind ik om te horen van de familie hoe ze terugkijken op onze begeleiding en of er nog dingen zijn waarover ze niet zo tevreden zijn. Om ervan te leren als het nodig is.
Het is immers hún afscheid en alleen zij kunnen dus bepalen of het afscheid helemaal naar hun wens is vormgegeven. Deze dochter en haar man vertelden ontzettend dankbaar en tevreden te zijn!
“We hebben wel één puntje”, zei de schoonzoon tegen me. Zijn vrouw schoot in de lach. “Je was ineens verdwenen bij het eten” zei hij tegen mij en ik wist direct wat hij bedoelde. Op de dag van de uitvaart hadden we aan het einde van de ochtend hun moeder en oma in de kist gelegd. Daarna hebben we met elkaar de kist gesloten. Omdat dit een moeilijk moment is, plan ik dit altijd ruim in zodat er daarna nog tijd is voor de familie om even wat te eten en wat tot rust te komen voordat we naar de afscheidslocatie gaan.
Omdat ik een bescheiden rol wil spelen op deze dag, trek ik me dan meestal even terug op de gang of in de hal zodat de familie samen kan zijn. Maar bij deze familie kwam de schoonzoon mij zoeken en trof mij inderdaad aan in de hal van het appartementencomplex waar ik mijn boterham at.
“We waren je kwijt, hier ben je ! Je hoort bij ons, we hebben de hele week al met elkaar opgetrokken. Dus we willen graag dat je nu bij ons komt eten” zei hij.
Dat was het ene “puntje” dat ze hadden, we hebben er samen om gelachen tijdens het nazorggesprek.
Tegelijkertijd ben ik heel ontroerd dat zij dit zo ervaren. Dat ik tijdens deze week een deel van dit gezin mocht zijn, in alle kwetsbare momenten. Dat zij ook écht vonden dat ik bij hun gezin hoorde werd zo duidelijk op dat moment!
Het wordt voor mij nooit vanzelfsprekend maar ik ben iedere keer weer dankbaar voor zoveel vertrouwen en verbondenheid!