Jong en oud
Het is nog vroeg, ik loop over de begraafplaats.
Voorafgaand aan een begrafenis ga ik altijd even kijken bij het graf.
Vanochtend is het een heel klein grafje dat is gegraven.
De mannen die het grafje hebben gegraven hebben er twee treden van aarde in gemaakt.
Zo kan het mandje straks door de familie zélf in het grafje worden gezet.
Het ontroert mij tot in het diepst van mijn ziel.
Ik weet met wie ik hier over een uur zal staan en hoe zwaar het afscheid van hun kindje hen valt.
De mannen die het grafje hebben gegraven zijn er nog, ik maak even een praatje met hen.
Ook voor hen is dit moeilijk werk. Het graven van zo’n klein grafje, maar zeker ook straks het delven van het grafje.
Ik wens hen alvast kracht toe voor straks en loop terug naar mijn auto.
Daar valt mijn oog op een heel grote oude boom. Hij is geveld door de storm. Een indrukwekkend gezicht.
Gelijk denk ik: dit zegt nu álles over het leven!
De ene mens; oud en al zoveel jaren in dit leven.
Het andere mensje: zó klein en pril.
En beiden niet meer in dit leven.
Voor beiden geldt:
“De letters van je naam
staan in mijn hart geschreven.
Ik draag je met me mee
voor altijd blijf je in mijn leven”
(Ina Sipkes de Smit)
Ik heb vanmorgen niet zoveel woorden.
Maar sta naast dit gezin in het verdriet en veeg ook mijn tranen weg.